Een informatiecentrum.
Je hersenen ontvangen via de zenuwen boodschappen van alle delen van je lichaam. Alle informatie wordt in de hersenen heel snel verwerkt en opgeslagen in je geheugen, zo kun je leren. |
Een controlecentrum.
Je hersenen gebruiken de informatie die ze van je zintuigen en je organen krijgen om je lichaam te laten werken. Ze zorgen ervoor dat je hart klopt en dat je ademt. Ze laten je bewegen. |
De slaapbeenkwab.
Deze kwab heeft niets, maar dan ook helemaal niets met slapen te maken. Hij wordt zo genoemd omdat hij achter je oren ligt. En wat doe je weleens op je oren? Juist ja, slapen! De slaapbeenkwab is heel erg belangrijk voor je gehoor. Je oren vangen geluid op en sturen het door naar je hersenen. Daar wordt het geluid omgezet in iets met een betekenis. In deze kwab ligt ook je geheugencentrum 'de hippocampus'. Je hebt er twee deeltjes van, eentje in de rechterhelft en eentje in de linkerhelft. Je hebt twee soorten geheugen: korte termijn geheugen (iets wat je kort onthoudt bijvoorbeeld ik heb deze ochtend een boterham met choco gegeten) en lange termijn geheugen (iets wat je lang onthoudt bijvoorbeeld ik zat bij juf Sharon of meester Lander in het tweede leerjaar). |
De achterhoofdskwab.
Dit is één van de kleinste kwabben, maar hij is wel heel belangrijk, vooral om te kunnen zien. Je ogen vangen alle prikkels op, maar het zijn de hersenen die ervoor zorgen dat je er ook iets van kunt maken, dus dat je ziet. Zoals met deze website bijvoorbeeld: je ogen zien de letters, maar dankzij je hersenen kun je het ook effectief lezen en begrijpen! |